Een nieuwe tunnel, met vele nieuwe vondsten
Vanaf 2010 is de afdeling archeologie van de Gemeente Den Haag bezig met het onderzoek op de Rotterdamsebaan. Omdat de aanleg van de tunnel de bodem verstoort, is er eerst gekeken of er archeologie in de bodem aanwezig is. Dit bleek in een groot deel van het tracé het geval. De projectorganisatie hield al vroeg rekening met deze mogelijkheid, dus kon het gravende archeologische onderzoek snel van start gaan, zodat het archeologisch werk de aanleg van de tunnel niet vertraagde. Het veldwerk is inmiddels afgerond en de eerste resultaten zijn bekend.
Op het terrein van de Rotterdamsebaan is een eeuwenoud cultuurlandschap teruggevonden. De vroegste 1e en begin 2e eeuwse verkavelingen zijn georiënteerd op een hogere kwelderwal die ontstaan is door de inbraak van de getijdengeul de Gantel rond 1000 v Christus. In de loop van de 2e eeuw werd een geheel nieuwe verkaveling uitgerold die georiënteerd was op het kanaal van Corbulo, de voorganger van de huidige Vliet.
Toen in de 3e of 4e eeuw de bewoners van dit gebied vertrokken, verwilderde het land maar bleven de greppels als verlagingen zichtbaar in het landschap. Bij het ontginnen van het land in de 14e eeuw hebben ze soms dezelfde greppels opnieuw opengemaakt. Deze verkaveling was tot 2 jaar geleden nog aanwezig in het landschap. In het Molenvlietpark zijn een aantal van deze verkavelingsgreppels teruggebracht in het landschap.
De oudste archeologische vondsten die zijn gedaan in het tracé van de Rotterdamsebaan dateren uit de Romeinse tijd. De belangrijkste resten uit deze periode zijn grondsporen. Deze verraden de locatie van vroegere huizen, waterputten, greppels en afvalkuilen. Uit deze sporen kwam een zeer grote hoeveelheid vondstmateriaal. De vondsten bestaan uit aardewerk, dierlijk bot, metaal, hout en natuursteen.
In de 14e eeuw werd het terrein opnieuw ontgonnen. Op de hogere kwelderwal, waar ook de Romeinse bewoning op lag, werden nu middeleeuwse boerderijen gebouwd. Wat opvalt, is dat alle boerderijterreinen zijn omgracht. Deze grachten zijn te breed om uitsluitend voor afwatering te dienen. Ze hadden ook een verdedigende functie, en wellicht werden ze ook gebruikt om goederen te transporteren. Dergelijke terreinen worden begraven hofstedes genoemd. In de Vlietzone zijn drie van deze erven opgegraven. Hoewel er bijna geen funderingen zijn aangetroffen, is het wel zeker dat de hofstedes (deels) uit baksteen waren opgetrokken.
Eén van deze erven was duidelijk grootser opgezet dan de andere twee. De gracht was 8 meter breed en omsloot een relatief zeer groot terrein. Ook de vondsten die van dit erf afkomstig zijn, duiden op een grotere welvaart dan de andere erven.