26 januari 2023
De renovatie van het Binnenhof biedt de unieke kans om archeologisch onderzoek te doen op plekken waar dat normaalgesproken niet mogelijk is. Tijdens funderingsonderzoeken zijn archeologen in de Volle Raadzaal en bodekamer ter hoogte van de Raad van State gestuit op een kademuur uit de late 13de of de vroege 14de eeuw en op een grote kelder uit vermoedelijk de late 16de of de vroege 17de eeuw. De toegang tot de kelder wordt gevormd door een trap van gele ijsselstenen en de vloer is van rode ongeglazuurde vloertegels.
Volgens de archeoloog van de gemeente Den Haag, Andjelko Pavlovic vormt de vondst van de kademuur een nieuw inzicht in de oudste ontwikkeling van het Binnenhofcomplex. De kademuur is gebouwd tegen een fundering van grote bakstenen (kloostermoppen) die deel heeft uitgemaakt van een poort- of toegangspartij ter hoogte van de huidige Stadhouderspoort en Mauritstoren. De kademuur is ook van kloostermoppen, maar er zijn ook kleinere bakstenen in verwerkt die wijzen op latere reparaties. De kademuur is onderdeel geweest van een gracht die vermoedelijk in de loop van de 16de eeuw is gedempt. De gracht is richting het Buitenhof verplaatst. Dit gebeurde vlak voor de nieuwe bouwactiviteiten in het Stadhouderlijk kwartier, waarvan de grote kelder een onderdeel vormt.
Klik op de afbeelding voor een vlog waarin archeoloog Andjelko Pavlovic uitlegt wat er is gevonden.
De kelder (binnenmaten 4,80 meter bij ruim 7 meter) is tegen de oudere kademuur aangebouwd die zo de oostelijke wand van de kelder vormt. De kelder werd gebruikt om de voedselvoorraad te bewaren en lag onder de keuken die gebruikt werd voor de Stadhouderlijke vertrekken. De kademuur is heel diep gefundeerd (circa 3,60 meter diep) en wordt naar onderen toe breder. De totale tot nu waargenomen lengte van de kademuur is circa 25 meter en is over de hele lengte van de uitgegraven Volle Raadzaal zichtbaar.
Het archeologische onderzoek maakt onderdeel uit van de onderzoeksfase van de Binnenhofrenovatie. Het is wettelijk geregeld dat archeologische resten veiliggesteld moeten worden, daarom heeft het Rijksvastgoedbedrijf aan de dienst archeologie van de gemeente Den Haag de opdracht gegeven om bij alle bodemwerkzaamheden archeologisch onderzoek te verrichten. Het Rijksvastgoedbedrijf werkt daarbij nauw samen met afdeling Monumentenzorg gemeente Den Haag en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
De renovatie van het Binnenhof zorgt voor het behoud van 800 jaar cultureel erfgoed. De gebouwen op het Binnenhof zijn van grote historische waarde en zijn een icoon van de geschiedenis van Holland en het latere Nederland. Dit geldt zeker ook voor oude resten die zich onder de grond bevinden. Archeologische vondsten leren ons veel over de rijke historie van 800 jaar Binnenhof en geven inzicht in onze geschiedenis. Het ‘bodemarchief’ bevat de sporen en resten uit alle fasen van de geschiedenis van het complex, dat teruggaat tot de 13de eeuw. Op diepere niveaus kunnen ook archeologische lagen en restanten uit de late prehistorie (bronstijd/ijzertijd), Romeinse tijd en vroege middeleeuwen aanwezig zijn. Na de renovatie van het Binnenhof zijn de gebouwen van de Eerste Kamer en Tweede Kamer, de Raad van State en het Ministerie van Algemene Zaken toekomstbestendig.